Roma: een Nederlands taboe
De Roemeense maatschappij is in veel opzichten keihard. Ik zie het in de scherpe tegenstellingen tussen rijk en arm, maar ook in de massale, openlijke en vaak brute discriminatie van grote bevolkingsgroepen. Na zestien jaar Roemenië ben ik nog regelmatig ontsteld door de hardnekkigheid en vooral het openlijke karakter van die discriminatie, die des te grover is door het plakken van de etiketten Roma en Sinti op zeer verschillende groepen mensen.
Stilzwijgend
Toch wil ik het hebben over een heel andere vorm van discriminatie. Gedurende een reeks recente werkbezoeken aan Nederland heb ik kunnen waarnemen in welke betrekkelijk subtiele, maar niet minder effectieve gedaante discriminatie in Nederland gestalte krijgt: de gedaante van het taboe. Wat is een taboe? Anders dan een wettelijk verbod op moord en de min of meer rationele gedragsregels voor bijvoorbeeld het reizen per vliegtuig, is een taboe het stilzwijgend overeengekomen niet-uitspreken en daarmee doodzwijgen van bepaald gedrag of een bepaalde groep. De sanctie is verstoting uit de gemeenschap.
Niet noemen
Ik stel vast dat de Nederlandse publieke opinie onder leiding van minister Asscher het probleem van de Roma en Sinti in Nederland taboe verklaart door hen consequent niet bij name te noemen in het achterhoedegevecht tegen de komst van groepen mensen die worden betiteld als Roemenen, Bulgaren en Oost-Europese arbeidsmigranten. Hoe werkt dit taboe? Ik leg het kort uit, met dank aan Ralph Bollmann en Inge Kloepfer van de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Cliché’s
Wie iets verzwijgt, speelt bewust of onbewust met aanduidingen en vooroordelen. In de publieke discussie gaat het nu eens om Roemenen en Bulgaren, dan om Oost-Europese arbeidsmigranten. Soms ook wordt het onderwerp niet genoemd en alleen geïnsinueerd: wie liegt en bedriegt, zal moeten vluchten. In de publieke opinie ontstaat intussen makkelijk aandacht voor juist diegenen die – ra ra, hoe kan het anders? – op schrijnende wijze laten zien dat negatieve cliché’s ten aanzien van Roma terecht bestaan: het gaat om rondtrekkende gelukzoekers dan wel armoedzaaiers, autodieven, skimmers, zakkenrollers of gewoon profiteurs die niet willen integreren. Ook positieve cliché’s zijn naar believen toepasbaar: dan gaat het om begenadigde muzikanten, levenskunstenaars of ambachtslieden. Of al deze eigenschappen hen terecht zijn toebedeeld, kan en mag niet aan de orde komen.
Bescherming
Taboes bestaan niet voor niets: ze bieden een gemeenschap bescherming en comfort. Veel Nederlanders verkiezen een paradijselijk niet-weten boven de confrontatie met lastige vragen en gevoelens. Men wil de Roma niet discrimineren en men wil zich de Roma al helemaal niet als probleem op de hals halen. Precies daardoor blijft het taboe intact. Een succesvolle advocate uit een Roma-familie zei onlangs in een interview: ‘Ik wilde geen Roma zijn, ik schaamde me ervoor.’
Emancipatie
Iedere maatschappij kent groepen die zich emanciperen. Dat gebeurt niet altijd zachtzinnig en het gaat vaak gepaard met het doorbreken van een taboe, precies door het omarmen en benoemen van een identiteit. Of het nu gaat om geuzen, vrouwen of homo’s: het kenbaar maken van een identiteit vereist moed, soms zelfs heldenmoed. Met enige reserve durf ik te stellen dat het bijvoorbeeld homo’s en lesbiennes in Nederland steeds beter lukt uit de sfeer van het taboe te stappen. Waarom lukt het hen zoveel beter dan de Roma en Sinti?
Angst regeert
Het huidige debat over ‘arbeidsmigratie’ is een ernstige rem op de emancipatie van Roma en Sinti in Nederland. Asschers verzet tegen arbeidsmigratie staat in het teken van electorale druk van onder meer PVV en SP. Uit angst voor stemmenverlies speelt hij op zijn beurt in op de angst van ‘de kiezer’ voor het verlies van werk en voorzieningen. Het resultaat is een vruchtbare voedingsbodem voor massa’s vooroordelen. Roma hébben problemen: ze zijn vaak arm, werkloos en crimineel en het schoolverzuim onder hun kinderen is veel te hoog. Wie de vraag naar deze en andere Roma-problemen niet wil stellen, heeft het over Roemenen, Bulgaren en Oost-Europese arbeidsmigranten. Het zijn termen die alle betrokkenen het zicht op de feitelijke problemen ontnemen en het bijna onmogelijk maken relevante kennis op te bouwen.
Aanpakken
Misschien keert het tij in gemeentes als Ede, Lelystad, Nieuwegein en Veldhoven, die sinds 2009 kennis zijn gaan uitwisselen. Jeugdzorg, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaren, woningbouwcorporaties en de politie werken er met succes samen aan het terugdringen van het schoolverzuim. Er komen veel grote, pijnlijke problemen naar voren. Met andere woorden: er gebeurt precies wat nodig is om de problemen aan te kunnen pakken.
Schijnheilig
Zolang Roma in Nederland taboe zijn en het in de landelijke politiek gaat over Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten, blijven Roma vreemde indringers waaraan wie dat wil makkelijk negatieve eigenschappen kan toeschrijven. Het is de hoogste tijd voor openheid en zichtbaarheid – met alle mogelijk pijnlijke gevolgen van dien. Geef mij in plaats van de schijnheiligheid maar de harde duidelijkheid van de Roemeense samenleving.